Kennen jullie het verhaal van koning Nebukadnessar? Deze koning liet een beeld maken, een gouden beeld van zestig meter hoog en toen het beeld klaar was liet hij alle belangrijke mannen bij hem komen, zelfs schatbewaarders en rechters, hij gaf het bevel om voor het beeld op de grond te vallen en het beeld te aanbidden. Een boodschapper van de koning, een heraut, riep het hen toe: Iedereen moet op de grond vallen en aanbidden zodra er een muziekinstrument begint te spelen, dus als jullie het geluid horen van de hoorn, fluit, citer, luit, harp, doedelzak en andere muziekinstrumenten is het tijd om te aanbidden. Iedereen moet het doen, iedereen... ook de mensen van het volk en denk erom, als jullie het niet doen worden jullie in de brandende vuuroven gegooid, hebben jullie dat goed begrepen? Natuurlijk hebben de mensen het goed begrepen, heel goed zelfs, ze doen precies wat van hen gevraagd wordt en zodra er muziek klinkt gaan ze zo snel mogelijk op de grond liggen en aanbidden het enorme beeld. Iedereen, ja toch? Nee natuurlijk niet, want er waren drie mannen die niet meededen, het waren de vrienden van Daniël, Sadrach, Mesach en Abednego, zij knielden niet voor het beeld, zij vertikten het om een beeld te aanbidden en dat werd al snel gezien door de andere mensen en niet lang daarna wist de koning het ook, want al snel kwamen er mensen bij de koning en ze zeiden: Koning, Koning, leef in eeuwigheid. Koning, Koning, weet u nog dat u heeft gezegd dat iedereen moet buigen voor het beeld? Weet u nog van uw bevel? Ja natuurlijk weet ik dat nog, zei de koning, maar wat is er dan aan de hand? Vertel het me. Nou koning er zijn drie mannen, zij willen niet buigen voor het beeld, uw goden willen ze niet aanbidden, ze vertikken het.
De koning werd boos: Haal die mannen op, breng ze bij mij en niet lang daarna stonden ze voor hem. Doen jullie dit met opzet?, zei de koning, ik moet het weten, is het met opzet? Jullie moeten net als de andere mensen op de grond vallen voor het beeld en aanbidden en als jullie dat niet willen worden jullie in de brandende vuuroven gegooid of denken jullie misschien dat jullie god jullie kan bevrijden?
Dat was duidelijke taal, de koning was boos en nu konden de mannen alleen nog maar buigen voor het beeld, maar ze dachten er zelfs niet eens over om dat te doen, ze waren zelfs niet bang, ze zeiden tegen de koning: Als onze God in staat is om ons te bevrijden dan zal hij dat zeker doen en zelfs als hij dat niet zal doen weet u best dat wij niet de goden vereren die u vereert en wij zullen ook niet buigen voor uw beeld. De koning werd nog bozer dan hij al was, hij wilde niet eens meer luisteren naar de mannen, hij liet de oven zevenmaal heter stoken dan het al was en hij liet de sterkste mannen uit zijn leger komen om Sadrach, Mesach en Abednego vast te binden en in de hete oven te gooien. Dit was niet zo leuk, de sterke mannen kwamen en bonden de drie vrienden van Daniël vast en ze werden met hun jassen, mutsen, broeken en al hun kleren aan naar boven gebracht en in het vuur gegooid. En weten jullie wat zo erg was? De sterke mannen die hen naar boven hadden gebracht om ze in het vuur te gooien gingen zelf dood omdat de oven veel te heet was, maar weten jullie wat toch ook weer bijzonder was? De drie vrienden van Daniël leefden nog wel. Koning Nebukadnessar dacht dat hij zou winnen en zijn macht kon laten zien en de mannen gedood zouden worden door het vuur, maar toen de koning naar het vuur keek schrok hij. Hij zei tegen de belangrijke mannen die hem raad moesten geven Hebben wij niet net drie vastgebonden mannen in het vuur gegooid? Jazeker koning, zeiden de raadgevers van de koning, waarom vraagt u dat? De koning zei: Er lopen nu vier mannen in de oven en ze lopen gewoon vrij rond en één van deze mannen lijkt op een engel van God. De koning liep naar de deur van de oven en zei tegen de mannen: Sadrach, Mesach en Abednego, kom naar buiten, kom hier. Daar kwamen ze dan, de drie vrienden, ze hadden geen schrammetje, geen brandplekje, helemaal niks, het ging goed met hen, iedereen kwam kijken, iedereen was verbaasd, zelfs het hoofdhaar was niet verschroeid en je rook zelfs geen brandlucht als je bij hen in de buurt kwam, dit was een groot wonder, iedereen wist het, de koning wist het ook. Hij zei: Loof de God van Sadrach, Mesach en Abednego, Hij heeft zijn engel gestuurd en deze mannen bevrijd. Ik ga een nieuw bevel geven: Iedereen, het maakt niet uit bij welk volk hij of zij hoort, het maakt niet uit welke taal hij of zij spreekt, iedereen die lelijke dingen zegt over de God van deze mannen zal gestraft worden, want er is geen enkele god die zo redden kan als deze God. De koning had groot gelijk, de God van Sadrach, Mesach en Abednego was een groot God, groter en sterker dan wie dan ook.
Bijbelverhalen
Sadrach, Mesach en Abednego (daniël 3)
- Details
- Geschreven door Holman, Alie
- Categorie: Verhalen uit het Oude Testament
- Hits: 13011